Andullatie

Bron van energie

Tijdens een Andullatie-behandeling worden specifieke, mechanisch geïnduceerde vibraties toegediend, in combinatie met infrarood licht. Overal ter wereld worden behandelingen aangewend waarbij gebruik gemaakt wordt van diverse energievormen, en dit met als doel de gezondheid te verbeteren. Dit zijn de zgn. ‘biofysische’ behandelingen. Warmte, infrarood straling, vibraties, ultrasoon of infrasoon geluid, UV-licht, elektrische stromen, laserstralen en magnetische velden zijn behandelingsmethodes die ingezet kunnen worden om tal van secundaire klachten, zoals pijn, te reduceren, en om patiënten beter te laten functioneren. Biofysische therapieën kunnen in bepaalde gevallen het celmetabolisme stimuleren, en heel vaak ook de regeneratie bevorderen. Bij deze specifieke en unieke Andullatie-techniek wordt gebruik gemaakt van gerichte en laagfrequente vibraties. Bovendien worden hun amplitude en frequentie stochastisch gemoduleerd. Het infrarood licht produceert een doordringende warmte die het effect van de vibraties verhoogt.


Vibraties – hoe werken ze?

Onze huid bevat een paar miljoen gevoelscellen. Ze hebben het vermogen allerlei vormen van energie op te nemen (licht, koude, warmte, druk, etc.). Wanneer vibraties in de huid binnendringen, worden specifieke gevoelscellen, zoals bv. de zgn. Pacini- en Meissner-lichaampjes, gestimuleerd. Wanneer deze gevoelscellen getriggerd worden door vibraties – en er zijn verschillende soorten vibraties –, wekken ze een elektrische impuls op: een actiepotentieel. Die elektrische impuls wordt vervolgens verder geleid langs brede A-bèta (Aβ) gevoelszenuwen naar de hersenen, waar de prikkel herkend wordt als een aangename ervaring.


Pijnbestrijding

Het poortsysteem

De hersenen ervaren Andullatie-vibraties als een aangename ervaring. Ze onderscheiden echter ook het gevoel van pijn. Specifieke pijngevoelige zenuwcellen in de huid registreren pijnprikkels. Wanneer pijngevoelige zenuwcellen in de huid gestimuleerd worden, wordt een elektrisch pijn-actiepotentieel gegenereerd, wat eveneens naar de hersenen gestuurd wordt via het ruggenmerg. In tegenstelling echter tot de aangename gewaarwordingen, worden pijnlijke gewaarwordingen aan een trager tempo verzonden via de dunne A-delta-zenuwbundels (Aδ) en de C-vezels. Met andere woorden, de hersenen ontvangen aangename informatie (Andullatie) sneller dan onaangename gewaarwordingen (pijn).

Het poortsysteem (‘Gate Control’)

Het ruggenmerg wordt onophoudelijk gebombardeerd met verschillende inkomende zenuwimpulsen die verder geleid moeten worden naar de hersenen. Prikkels afkomstig van zowel Andullatie-vibraties als pijngewaarwordingen moeten tegelijkertijd passeren door het ruggenmerg. Dit gebeurt evenwel aan verschillende snelheden. Er bestaat een zgn. ‘poortsysteem’, waardoor de actiepotentialen van aangename gewaarwordingen sneller doorgestuurd worden dan die welke afkomstig zijn van pijnlijke gewaarwordingen. Dit wordt mogelijk gemaakt door de aanwezigheid van de zgn. T-cellen of transmissiecellen. Deze cellen kunnen vergeleken worden met verkeersagenten: informatie afkomstig van aangename gevoelsprikkels (via de snellere A-bèta zenuwvezels) krijgen voorrang ten opzichte van de informatie afkomstig van pijnprikkels (traag geleidende A-delta en C-zenuwvezels).

Het pijnstillend effect van Andullatie

Daar het poortsysteem in het ruggenmerg de informatie filtert, krijgen de aangename gewaarwordingen, opgewekt door Andullatie-vibraties (Aβ), voorrang. De ‘poort’ verhindert dat de onaangename impulsen (Aδ en C) even snel de hogere hersencentra bereiken als de aangename impulsen. De ‘poort’ kan de doorgang van onaangename informatie zelfs blokkeren. Dit verklaart waarom Andullatie pijn verlicht en waarom pijn zelfs kan verdwijnen.


Endorfines

Andullatie moet echter op regelmatige basis beoefend worden. Wanneer Andullatie-vibraties niet langer worden waargenomen, raken de T-cellen in een toestand van rust. Met andere woorden, de politieagenten moeten niet langer differentiëren tussen verschillende soorten inkomende informatie. De tragere informatie (via de Aδ- en C-vezels) passeert opnieuw en pijn wordt opnieuw voelbaar. Wanneer we gewend raken aan een of andere vorm van activiteit in ons leven, wordt deze niet meer ervaren als ‘speciaal’. Bezigheden en handelingen worden routine en worden vaak ervaren als eentonig. Hun stimulerend effect en invloed nemen af. De meeste fysiologische processen in ons lichaam spelen zich op een gelijkaardige manier af. Een bekend voorbeeld is de vaststelling dat regelmatig ingenomen pijnmedicatie uiteindelijk haar pijnstillend effect verliest. Andullatie-technologie is voorzien van een ingenieus systeem dat dit gewenningsprobleem kan voorkomen. Tijdens een Andullatie-sessie worden de amplitude en / of de frequentie van mechanische vibraties voortdurend gewijzigd binnen bepaalde tijdsintervallen. Dit systeem stimuleert de gevoelszenuwen in onze huid via stochastisch gemoduleerde vibraties, waardoor de stimulatie niet meer volgens een identiek en monotoon patroon verloopt. Op die manier blijft ons lichaam voortdurend aangename gevoelsinformatie ervaren, zodat het pijnstillend effect van kracht blijft. Daarom echter moet Andullatie regelmatig en gedurende een voldoende lange tijdsperiode toegepast worden (ca. 20 minuten). Dit resulteert ten slotte in de afscheiding van lichaamseigen morfinederivaten: endorfines. Zoals iedereen weet, zijn endorfines in staat om pijn op een strikt normaal fysiologische en veilige manier te verlichten. Ze doen dit nog efficiënter dan het poortsysteem. Endorfines zijn echter geen medicamenten! Bv. een hoge productie van lichaamseigen hormonen verklaart waarom triatleten geleidelijk minder pijn en meer genoegen ervaren wanneer ze hun formidabele sport beoefenen.


Betere bloedcirculatie

Tal van chronische aandoeningen veroorzaken pijn en gaan heel vaak gepaard met verminderde bloedcirculatie. Pijn zorgt voor een overmatige stimulatie van het orthosympathisch (autonoom) zenuwstelsel, waardoor bloedvaten lokaal contraheren en de bloedstroom vermindert. Hoe meer de bloedtoevoer afneemt, hoe meer de pijn zal toenemen en hoe minder mobiel de patiënt zal worden, met zelfs nog meer pijn als gevolg. Wanneer echter het orthosympathische zenuwstelsel gedurende langere tijd en voldoende intensief gestimuleerd wordt, raken de orthosympathische prikkels uitgeput of zelfs geblokkeerd (= ‘inhibitie’). Dan doet zich het tegenstelde effect voor: een lokale dilatatie van de bloedvaten en een verbeterde bloedtoevoer. De mechanische vibraties gegenereerd door Andullatie-therapie, bereiken ook het orthosympatische zenuwstelsel langs de wervelkolom (de paravertebrale thoracale orthosympathische ganglia). Langdurig toedienen van Andullatie-vibraties (ten minste 20 minuten) stimuleert het orthosympathisch zenuwstelsel in die mate dat het uiteindelijk uitgeput raakt. Dit resulteert ten slotte in de zgn. ‘postexcitatorische orthosympathische inhibitie’. Bijgevolg vernauwen de bloedvaten niet langer (vasoconstrictie), maar zetten ze lokaal uit (vasodilatatie), zodat ook de lokale bloedstroom hersteld wordt. Voortdurende toediening van Andullatie-vibraties maakt dan ook pijnverlichting mogelijk. Een betere bloedcirculatie voorziet in meer bloed, wat dan weer de metabole processen en de regeneratie ten goede komt. Fibromyalgiepatiënten die gebruikmaken van Andullatie-therapie ervaren eveneens een duidelijke verbetering van hun pijn- en vermoeidheidsklachten. Wetenschappers denken dat deze klachten te wijten zijn aan een verstoorde orthosympathische innervatie daar waar aders en slagaders met elkaar verbonden worden in de ledematen (de zgn. arterioveneuze ‘shunts’ – Albrecht, 2013). Wegens een overmatige orthosympathische innervatie vernauwen de bloedvaten, met als gevolg een afname van de bloedstroom en het ontstaan van pijn. Wanneer Andullatie-sessies lang genoeg duren, zullen de vibraties een blokkerend effect hebben op het orthosympathische (autonome) zenuwstelsel. Dit verklaart wellicht waarom Andullatie de bloedtoevoer verbetert bij fibromyalgiepatiënten en hun pijnklachten doet afnemen.


Toedienen van rood en infrarood licht

De huid fungeert als ‘venster’ voor licht. Dit houdt in dat rood en infrarood licht makkelijk in de huid binnendringen (beter dan eender welke andere kleur). Het is alom bekend dat infrarood een aangename warmte produceert. Daar deze warmte ook doordringt tot de diepere structuren, zullen de Andullatie-effecten versterkt worden. Om dezelfde redenen heeft deze diepgaande warmte ook een grote invloed op de collagene eiwitten in het bindweefsel, waardoor onze gewrichten en pezen soepeler worden.


Regeneratie door piëzo-elektrische eigenschappen van collagene proteïnen

Andullatievibraties verlichten pijn en verbeteren de bloedcirculatie. Deze biofysische techniek verandert echter ook het elektrische veld rond de cel. Op die manier kunnen celfuncties in positieve zin beïnvloed worden. De toepassing van diverse biofysische technieken is gebaseerd op het feit dat ons lichaam een elektrisch geleidend systeem is, samengesteld uit tal van kleinere elektrische en elektromagnetische entiteiten en mechanismes. Het kernmechanisme van Andullatie-technologie is de transformatie van mechanische vibraties tot elektrische microstromen. Rond 1880 werd dit piëzo-elektrisch fenomeen ontdekt door Pierre en Jacques Curie. Wanneer bv. een kwartskristal vervormd wordt door druk- of andere krimpende of uitdijende krachten, dan produceert hij elektrische microstromen. Omgekeerd wordt het kristal ook vervormd wanneer een elektrisch veld gecreëerd wordt in de omgeving ervan. Collageenvezels bezitten dergelijke micropotentialen en beïnvloeden de regeneratieve functies op een positieve manier. Collageen is de hoofdproteïne in bindweefsel van pezen, gewrichten en beenweefsel, en is verantwoordelijk voor de mechanische kwaliteiten ervan. Wanneer onderhevig aan mechanisch opgewekte Andullatie-vibraties, zien we dat collageenvezels achtereenvolgens krimpen en uitzetten, een proces wat voortdurend elektrische microstromen opwekt. Deze micropotentialen bevorderen de regeneratie, maar ook de productie van collageenvezels. Bovendien hebben deze potentialen een bewezen effect op de groei en de regeneratie van beenweefsel (bv. in geval van breuken), spieren, pezen, ligamenten en gewrichtskapsels.

De lichaamseigen ATP-energie

Mechanisch opgewekte vibraties dringen het lichaam binnen gedurende het Andullatie-proces. Deze andullerende vibraties vervormen de collageenvezels en wekken microstromen op via een omgekeerd piëzo-elektrische fenomeen. De microstromen leveren echter ook extra energie aan de cellen. Onderzoek toont aan dat dergelijke micropotentialen een significante energietoename opleveren, de zgn. adenosine-trifosfaat (ATP) moleculen (Cheng N., Van Hoof H., Bockx E. et al.,1982; Fukada E., Yasuda I., 1964; Minary-Jolandan M, Yu MF, 2009). Onze cellen bevatten mitochondria. Dit zijn a. h. w. elektrische centrales die moleculaire energie produceren: de adenosine-trifosfaat-moleculen. ATP is een energiemolecule die de celfuncties en metabolische mechanismes, nodig voor het overleven van het lichaam, mogelijk maakt. De klinische observatie dat geneesprocessen positief beïnvloed worden, heeft te maken met een externe prikkel die de ATP-productie stimuleert: Andullatie-vibraties.

Het lymfesysteem

Parallel met het bloedvatenstelsel is het lymfestelsel een belangrijke factor in de vochthuishouding van het lichaam. Terwijl bloedvaten makkelijk zichtbaar zijn wegens hun kleur, zijn lymfevaten daarentegen haast helemaal transparant. Echter, hoewel ze niet zichtbaar zijn voor het blote oog, zijn ze toch alomtegenwoordig in het lichaam. Belangrijke concentraties van lymfevaten, telkens vergezeld van hun lymfeknopen, vindt men terug in de nek, de lies en de oksels. Wanneer één van deze lymfeknopen, of allemaal, verwijderd werden, bv. wegens een chirurgische ingreep, kan het vocht dat zich voorheen binnen de lymfevaten bevond, vrijuit circuleren in het weefsel, waar het evenwel niet thuishoort. Zo ontstaat geleidelijk aan een vochtoverschot in de weefsels, wat voor een zwelling of oedeem zorgt.
Een oedeem kan vergeleken worden met een overstroming. Overstroming betekent wateroverlast, maar overstromingswater bevat ook heel wat modder. Evenzo bestaat een oedeem uit een grote hoeveelheid water, maar ook proteïnes. Deze proteïnes vindt men normaal ook niet in weefsel, maar eerder in bloed- en lymfevaten. Deze proteïnes spelen een belangrijke rol in de vorming van het oedeem gezien de manier waarop ze zich stevig vasthechten aan het weefsel. De taaiheid van dit ‘breiwerk’ zal met tijd nog toenemen. Daarom is het van vitaal belang de proteïnes zo snel mogelijk uit het weefsel te verwijderen. Immers, wanneer men dit niet doet, wordt de mogelijkheid ze te verwijderen teniet gedaan, wat zal leiden tot de vorming van verdikt weefsel. De proteïnes kunnen enkel verwijderd worden uit het weefsel via het lymfestelsel. Een cruciale rol van het lymfestelsel bestaat er dus in dit vocht met afvalproducten (ook bacteriën) en proteïnes te verwijderen. Het vatenstelsel is hiertoe niet in staat aangezien de afvalproducten en proteïnes te groot zijn om doorheen de bloedvatenwand te passeren. De specifieke structuur daarentegen van de lymfevaten laat dit wél toe. De cellen overlappen elkaar immers en zijn als het ware verbonden met het omringende weefsel door ‘draden’ bestaande uit onelastische filamenten. Hierdoor volgen de cellen de bewegingen van het weefsel. Wanneer de druk in het weefsel toeneemt, kunnen het vocht en de afvalproducten de lymfevaten binnendringen. Het lymfevocht gaat van de kleine lymfevaten naar de grotere. Deze bestaan uit cellen die omgeven worden door een laag van bindweefsel, evenals meer elastische vezels en spiervezels, die het lymfevat kunnen doen samentrekken zodat het vocht in beweging gezet wordt. Deze vaten zijn ook voorzien van kleppen. De ruimtes tussen twee dergelijke kleppen worden ‘compartimenten’ genoemd. De kleppen zijn georiënteerd in stroomrichting en kunnen het vocht slechts in één richting laten passeren, wat trouwens ook het geval is voor de aderen. De voortstuwing van het lymfevocht gebeurt van compartiment van tot compartiment. Wanneer een compartiment gevuld wordt, worden de wanden uitgerekt, met als gevolg een spiercontractiereflex. Het lymfevocht gaat dan via de kleppen naar het volgende compartiment. Een belangrijk punt hier is dat er ook druk kan uitgeoefend worden van buiten uit. Daarom is Andullatie zo zinvol hier. Deze grote lymfevaten ledigen zich uiteindelijk in nog grotere vaten, de zgn. lymfecollectoren. De lymfecollectoren voeren het lymfevocht naar een van de lymfeknopen / lymfeklieren / ganglia, die zich overal in het lichaam bevinden. Daar wordt het lymfevocht gereinigd.

Het gezuiverde lymfevocht komt dan de bloedsomloop terug binnen. Wanneer een overschot aan lymfevocht onvermijdelijk leidt tot een oedeem, dan is het van het grootste belang dit zo snel mogelijk te draineren, samen met de schadelijke afvalproducten en proteïnen. Dit gebeurt via een heel specifieke massagevorm, bekend onder de naam ‘manuele lymfedrainage’. Het is inmiddels afdoende bewezen dat deze specifieke massagevorm de lymfestroom versnelt en op die manier het oedeem helpt te voorkomen.

Onderzoek werd verricht in het kader van een doctoraatsthesis aan de Vrije Universiteit Brussel (F. Pastouret met promotor Professor P. Lievens). in dit onderzoek werd aangetoond dat Andullatie ook aanzienlijke effecten heeft op de lymfestroom. Men kan dus zeggen dat Andullatie ook een rol speelt in de preventie van oedemen. Verder onderzoek is lopende.


Borstkanker / dikke-arm-syndroom: een voorbeeld van waarom het lymfestelsel zo belangrijk is

Een serieus onderschat probleem bij borstkankerpatiënten is het lymfoedeem, soms ook ‘dikke arm’ genoemd. Dit is een problematische zwelling die eender wanneer kan optreden na een borstoperatie, zowel enkele dagen als enkele jaren na de ingreep.

De patiënte ontwikkelt een lymfoedeem omdat de lymfeklieren onder de arm verwijderd werden en de kanalen die vocht uit de arm afvoeren niet langer werkzaam zijn. Gevolg is een concentratie van lymfevocht in de arm. 25 tot 30% van de borstkankerpatiënten ontwikkelen een zgn. ‘dikke arm’. De zwelling van de arm heeft ook fysieke gevolgen: de arm wordt minder mobiel, voelt vreemd aan, taken als koken of zich wassen worden bemoeilijkt, de arm kan krachteloos of pijnlijk aanvoelen.

Een speciale reeks behandelingen bij een fysiotherapeut zijn nodig om deze zwelling te vermijden of verzorgen. De behandeling is in de eerste plaats bedoeld om de drainage van het lymfevocht te verbeteren via de lymfevaten. Deze behandeling kan aangevuld worden met Andullatie. Experimenten beschreven op het Internationaal Congres voor Lymfologie te Rome in 2013 door F. Pastouret en P. Lievens hebben aangetoond dat de lymfestroom aanzienlijk toeneemt wanneer Andullatie toegepast wordt. In die zin ondersteunt Andullatie andere behandelingen en zullen de effecten sneller zichtbaar worden.

Meer informatie over Andullatie vindt u terug op https://www.hhp.be/nl/andullatie/basisprincipes

Verdere lectuur

Albrecht PJ., Hou Q., Argoff CE., Storey JR., Wymer JP., Rice FL.
Excessive peptidergic sensory innervation of cutaneous arteriole-venule shunts (AVS) in the palmar glabrous skin of fibromyalgia patients: implications for widespread deep tissue pain and fatigue.

Pain Medicine, 2013, 14(6):895-915Cheng N., Van Hoof H., Bockx E. et al.

The effects of electric currents on ATP generation, protein synthesis, and membrane transport of rat.
Clin Orthop Relat Res, 1982, 171:264-272

Friedman JR., Nunnari J.
Mitochondrial form and function.
Nature, 2014, 505:335

Fukada E., Yasusa I.
On the piezoelectric effect of bone.
Journal of the Physical Society of Japan, 1957, Volume 12 (issue 10):1158-1162

Fukada E., Yasuda I.
Piezoelectric Effects in Collagen.
Journal of Applied Physics, 1964, 3:117-121

Griffin MJ.
Handbook of Human Vibration.
Elsevier Academic Press, 2005

Melzack R., Wall P.D.
Pain Mechanisms: A New Theory.
Science, 1965, volume 150:171–179

Minary-Jolandan M., Yu MF.
Nanoscale characterization of isolated individual type I collagen fibrils:
Polarization and piezoelectricity.
Nanotechnology, 2009, 20 (8):085706 – doi: 10.1088/0957-4484/20/8/085706

RESEARCH PARTNER OF ANDULLATION

Bookmark
Afdrukken